Onderbroeken Challenge

Een eye-opener, het telefoongesprek met onze autodealer Ed. Tussen haakjes, Ed is een goeie. Autodealers hebben bij veel mensen toch een beetje het imago van ‘zou hij al een keer vastgezeten hebben’. Niet Ed, goudeerlijk die hele Ed, en dat is heel veel Ed. Ed is zo groot als een garagedeur met evenzo, of misschien wel nog grotere, handen. Pien had een tweenuldrietje (Peugeot 203) en Ed is zo groot en sterk dat, mocht hij het willen, dat tuffie met het grootste gemak onder zijn arm zijn garage in kan tillen.


Wat was nu de eye-opener vraagt u zich wellicht af, dit is toch allemaal gesneden koek. Iedereen die Ed kent weet dit allemaal allang. Welnu, hetgeen mij de ogen deed openen was het telefoongesprek met Ed waarin hij mij een paar suggesties deed voor een nieuw karretje voor Pien. Het begon met zijn uitleg over de mankementen van haar ouwe brikkie en van mijn VW bussie. Koolborstels, adblue sensoren, all weather, uitlijnen… het zal allemaal wel denk ik dan.

En daarna over het nieuwe sleetje; we kunnen natuurlijk naar een i-tientje kijken, die heb ik trouwens nu staan maar dat is geen automaatje. En trouwens, die moet eerst nog de brug op want de schijven vertrouw ik niet. We kunnen natuurlijk ook naar een drienulachie kijken. Ik kon er wel om lachen, Ed zei ook gerust wel een paar woorden die ik wel begreep maar ik dacht ook bij mijzelf zal ik nu ook in dergelijke raadselen praten als ik het over bollen heb. 


Eigenlijk ben ik bang van wel, als u mij laat pruttelen kan ik ook zomaar termen gebruiken als voortrekken, toppen en delen bij Dahlia’s, snotbollen en roet bij Hyacinten, Bokkies en koprot bij Narcissen, Plam en zwarte pitten bij Lelies, zuurgevoeligheid, zinkers en mijt bij Tulpen, stinkers bij Zantedeschia’s allemaal terminologie die bij ons als bollenboeren onder elkaar de wenkbrauwen geen millimeter doet fronzen, allemaal gesneden koek voor ons. 


Ik kan mij echter wel voorstellen dat dit bij u wel eens net zo in de oren kan klinken als bij mij het onbegrijpelijke gekeuvel van Ed. Gaan we daar iets aan doen? Nee, natuurlijk niet, we laten het lekker zo, klinkt interessant, iets van ‘ieder zijn vak’. Onzin dat de hele goegemeenschap meteen moet weten waar je het over hebt, ieder vak heeft iets mystieks nodig, iets ongrijpbaars voor de outsider, dat straalt kennis uit. En het is natuurlijk ook gewoon leuk als vakgenoten onder elkaar een eigen taaltje hebben.

Toch kan ik mij levendig voorstellen dat het ook wel eens voor enige consternatie kan zorgen. Soms doe ik ook wel mijn best om het allemaal zo goed en begrijpelijk mogelijk uit te leggen maar dan nog verval ik soms in het oproepen van vraagtekens. Als ik bijvoorbeeld zeg dat de eerste symptomen van zuur in Tulpenbollen meestal aan de kont zijn te vinden, zijn er toch weer mensen die zich afvragen waar zich de kont van de Tulp bevindt….?!? Dat doe mij dan weer verbazen, wat dacht u van de onderkant. 


Ziedaar de kont van de Tulp is eigenlijk een perfect ezelsbruggetje naar het serieuze onderwerp van deze week; de Onderbroeken Challenge. Aan de Onderbroeken Chalange moest ik denken toen ik van de week op een mechanisatie show voor de bollenteelt liep.

Deze enorme machine zag ik staan, een spoelmachine voor bloembollen die van het land af komen. Hé dat is misschien een leuk onderwerp voor een Nieuwsblog dacht ik; titel ‘bollenboeren hebben ook een wasmachine’ en dan zoiets van zo wassen de bollenboeren hun onderbroeken. En toen schoot de Onderbroeken Callenge mij te binnen. Ik zal u vertellen wat het is, echt ook leuk voor u om aan mee te doen.


Deze ludiek klinkende uitdaging is verzonnen door een paar pientere bollenkwekers, verenigd in Greenpoort duin en Bollenstreek’ die hun best doen om zo goed en milieu vriendelijk mogelijk bollen te telen. Een van de meest populaire slogans in met name de biologische teelt is; Een goede oogst begin bij een goede grond. Wat deze gasten voor ons verzonnen hebben is dat als u Tulpen aan het planten bent en u heeft een katoenen onderbroek aan dat u de onder uittrekt en haar mee plant met de Tulpenbollen. Nee, nee nee, zitten helemaal geen rare gedachten achter, foei, hoe kunt u daar aan denken. Nee het idee is dat als de Tulpenbollen na de bloei weer uit de grond haalt u aan uw onderbroek kunt zien hoe gezond uw grond is. Kunt u de onderbroek na een wasbeurt zo weer dragen dan is het niet best gesteld met uw grond. Is uw onderbroek helemaal aan flarden, half opgevroten en vol met gaten dan zit het wel goed. Dat wil zeggen dat er volop bodemleven in uw tuingrond aanwezig is en bij een goed bodemleven groeien alle planten, dus ook bloembollen, veel beter.

Om uit te zoeken hoe het was gesteld met de gronden van de diverse bollenkwekers hebben deze mannen van Green Poort bollenkwekers gevraagd hun onderbroek meet te planten, weer op te rooien en vervolgens een foto te sturen van hun opgerooide onderbroek. Niet zozeer om al die onderbroeken te gaan bekijken, nee gewoon om de bollenkwekers vooral zelf te laten inzien dat er wellicht iets goed fout zit aan hun grond. Of andersom, dat ze een heel goed bodemleven in de grond hebben die in een onderbroek met smaak op kan peuzelen.


Dus dat is eigenlijk de tip in dit verhaal, echt hoor, nu meen ik het een keertje wel, als u van het voorjaar Dahlia’s of andere zomerbloeiende bloembollen plant en u heeft een katoenen onderbroek aan, trek haar uit en plant haar mee. In de herfst als u de bollen weer rooit verteld uw onderbroek u hoe het is gesteld met het bodemleven in uw tuingrond. We spreken elkaar volgende week weer. 


Met vriendelijke groet, 

Carlos van der Veek